Eind april maakte de Europese Commissie plannen bekend om nog voor de start van de Economische en Monetaire Unie (EMU) in 1999 de Interne Markt te voltooien. Een centraal onderdeel van dit voorstel is de liberalisering van de energiemarkten binnen de Europese Unie (EU). Als deze liberalisering wordt doorgevoerd, zullen de energieprijzen de komende jaren met enkele tientallen procenten dalen. Dit maakt de plannen voor een Europese ecotax op energieverbruik van enkele procenten totaal ongeloofwaardig en betekent dat de CO2-uitstoot in de EU eerder zal toe- dan afnemen.
Milieuramp
De Interne Markt ontpopt zich steeds meer tot een ware milieuramp. Zo schat de Europese Commissie dat het totale transport in de EU door het wegvallen van de binnengrenzen voor personen- en goederentransport tussen 1995 en 2010 zal verdubbelen. De voorspelde toename van het goederentransport over de weg in die periode is zelfs nog groter: 125 procent. Met dergelijke groeicijfers rechtvaardigt de Europese Commissie de aanleg van 15.000 km nieuwe autosnelwegen in het kader van de Trans-Europese Netwerken. Als gevolg van het groeiende wegtransport zal de CO2-uitstoot in de EU volgens Greenpeace tussen nu en 2010 met in totaal maar liefst 50 a 60 procent toenemen (Missing Greenlinks, 1995). De Interne Markt zorgt niet alleen voor een toename van het vervoer over land, ook het luchtverkeer rijst de pan uit. De Commissie rekent met een verdubbeling van het aantal Europese vliegtuigpassagiers tot 800 miljoen per jaar in 2010. Sinds 1 april 1997 valt het luchtvaartverkeer onder de Interne Markt. Ironisch genoeg probeert de Commissie nu de Europese luchtvaartmaatschappijen te dwingen om de 'buitensporig hoge prijzen' van vliegtickets te verlagen (European Voice, 27 feb - 5 mrt 1997). Ondertussen wordt er wel nog steeds gedebatteerd over een kerosine-tax zonder dat het er naar uit ziet dat deze ook zal worden aangenomen. Een staaltje van Europees milieubeleid!
Meer markt, minder beleidsruimte
De regels voor de Interne Markt maken het voor afzonderlijke lidstaten moeilijk om in hun milieubeleid verder te gaan dan de afspraken op Europees niveau.
Zo staan momenteel zowel de Duitse als de Deense regering onder zware druk vanuit de Europese Commissie: de Duitsers vanwege te strenge regels voor verpakkingen en de Denen vanwege een verbod op dranken in blik. De Commissie interpreteert deze maatregelen als verkapte invoerbelemmeringen die in strijd zijn met de Interne Markt. De in 1994 toegetreden EU-lidstaten Finland, Oostenrijk en Zweden hebben weer een ander probleem. Bij hun toetreding hebben deze landen bedongen dat zij nationale milieunormen die verder gaan dan de EU-regels mogen handhaven tot 1 januari 1999. Tijdens deze overgangsperiode zouden de Europese normen in overeenstemming worden gebracht met de striktere normen van de nieuwe lidstaten. Ook Milieucommissaris Bjerregaard heeft deze belofte herhaaldelijk bevestigd.
Twee jaar later maken de drie nieuwe lidstaten zich steeds meer zorgen of de EU de gedane toezeggingen ook zal nakomen. Een sterke industrie-lobby in Engeland, Frankrijk en de zuidelijke lidstaten zet alles op alles om dat te voorkomen. Eind april ging een delegatie van hoge Finse, Oostenrijkse en Zweedse regeringsfunctionarissen naar Brussel om hun bezorgdheid kenbaar te maken aan Marius Enthoven, de Directeur-Generaal voor Milieuzaken. Veel illusies maakten de diplomaten zich daarbij niet. In een artikel in de European Voice stelde een Finse regeringsvertegenwoordiger vast dat de in 1994 afgesproken toetredingsvoorwaarden aan de Commissie de mogelijkheid geeft om de drie nieuwkomers in 1999 te dwingen de zwakkere EU-normen over te nemen. De Finse diplomaat putte hoop uit het feit dat zo'n beslissing "politiek zeer gevoelig" zou liggen.
In het conflict over de Duitse verpakkingsregels en het Deense verbod op drank-blikjes heeft de Commissie minder vergaande bevoegdheden en kan zij beide landen alleen via een procedure bij het Europees Gerechtshof tot de orde roepen. Maar achter de schermen wordt geprobeerd daar verandering in te brengen. De Italiaanse regering is eind april met een voorstel gekomen om de Commissie directe sanctie-bevoegdheden te geven als een lidstaat zich niet houdt aan de regels van de Interne Markt. Dit voorstel wordt nu in het geheim op regeringsniveau besproken. Als het voldoende steun krijgt, wil de Italiaanse regering het bij de intergouvermentele onderhandelingen inbrengen. Voorstanders van een Ecologisch Europa kunnen alleen maar hopen dat deze opzet zal mislukken, want het Italiaanse voorstel maakt een nationaal milieubeleid dat verder gaat dan het kleinste gemene veelvoud op Europees niveau vrijwel onmogelijk.
De Interne Markt zoals die in het Verdrag van Maastricht vorm heeft gekregen, staat haaks op het streven naar een duurzame samenleving. Daarom zal de Europese milieubeweging zich in Amsterdam hard maken voor haar voorstel om artikel 100A van het Verdrag zodanig aan te passen dat Lidstaten in hun milieubeleid verder kunnen gaan dan de Europese richtlijnen die in het kader van de Interne Markt zijn afgesproken. Meer milieu, minder markt!
Eric Wesselius
(Werkgroep ecologie)
last updated: