De inzet de Nederlandse overheid tijdens het voorzitterschap van de Europese Unie ligt op twee onderdelen van het Verdrag van Amsterdam: een gedragscode tegen vrouwenhandel en een discriminatie verbod. Dat is het enige aandachtspunt van de Nederlandse regering voor onderwerpen die voor vrouwen belangrijk zijn.
Vrouwenhandel
Op 24 en 25 april vond er een conferentie plaats voor alle EU ministers van emancipatiezaken en justitie. Op de agenda stond de ontwikkeling van een gedragscode om vrouwenhandel te voorkomen en te bestrijden. Zo'n gedragscode zou een kader bieden om zowel op Europees niveau als binnen alle EU landen afzonderlijk, maatregelen te treffen. Europol is sinds de uitbreiding van haar mandaat de Europese organisatie die de bestrijding van vrouwenhandel op Europees vlak ter hand moet nemen. Het belangrijkste is het voorkomen van vrouwenhandel. Voorheen kwamen de slachtoffers van vrouwenhandel vooral uit Latijns Amerika, Zuidoost Azie en West Afrika. De laatste jaren komen ze steeds vaker uit Oost Europa. Vrouwenhandel groeit nog steeds, en betreft handel voor de prostitutie, huwelijken en huishoudelijke arbeid in slavernijachtige omstandigheden. In Europa betreft het ongeveer een half miljoen vrouwen en meisjes. De landen van herkomst zijn een goede indicatie van de slechte sociaal- economische omstandigheden waarin vrouwen zich bevinden. Vrouwenhandel is echter niet mogelijk zijn zonder de sociale verhoudingen die sex en vrouwenlijven tot een waar maken en vercommercialiseren, en zonder de specifieke plaats die alle vrouwen arbeid heeft. Om vrouwenhandel te voorkomen zullen dus de verhoudingen tussen vrouwen en mannen structureel gewijzigd moeten worden, samen met wezenlijke economische veranderingen die vrouwen ook economisch een toekomstperspectief bieden. Er kunnen door Europese landen nog veel stappen gezet worden bij de opsporing van vrouwenhandel, de aangifteprocedures, de rechtsgang, de opvang en hulpverlening aan slachtoffers. Het valt echter nog te bezien of een gedragscode en de activiteiten van Europol tot meer gaan leiden dan de uitzetting van een speciale categorie ongewenste vreemdelingen, namelijk illegale prostituees.
Discriminatie verbod
Vrouwenorganisaties van links tot rechts zetten zich in voor het opnemen van een discriminatieverbod in het Verdrag van Amsterdam. Ook de Nederlandse regering heeft zich officieel uitgesproken voor zo'n verbod. Een algemeen discriminatieverbod zou vrouwen in de Europese Unie een mogelijkheid geven om discriminatie juridisch aan te vechten.
Er zijn twee addertjes onder het gras. Op welke gronden discriminatie verboden moet worden is nog niet rond. Zoals het er nu uitziet willen alle lidstaten wel aan een anti- discriminatiebepaling op grond van ras, sexe en etnische afkomst. Discriminatie op grond van leeftijd, handicap of sexuele geaardheid ligt veel moeilijker, want de Nederlandse regering vindt dat te duur. Daarmee zouden bijvoorbeeld ook lesbische vrouwen weer uit de boot vallen
Het discriminatieverbod kan worden opgenomen met een directe en niet rechtstreekse werking. Daarvan hangt af wanneer, op welke wijze en hoe snel burgers naar de rechter kunnen stappen. Het grote voordeel van een anti-discriminatie bepaling zou zijn dat gelijkberechtiging voor vrouwen op meer terreinen dan alleen op het terrein van arbeidsmarkt en sociale zekerheid verankerd wordt binnen de Europese Unie. Of de anti-discriminatie bepaling overeind zal blijven tijdens de uiteindelijke onderhandelingen in Amsterdam moeten we nog afwachten.
Conclusie
De Nederlandse inzet is treurig in haar beperktheid. In het geval van vrouwenhandel wordt het nog afwachten tot welke maatregelen landen zich zulen verplichten. De onderliggende oorzaken van vrouwenhandel worden juist versterkt door ondermeer een economisch beleid in Europa dat gebaseerd is op onrechtvaardige en uitbuitende verhoudingen. Steeds meer vrouwen komen in een slechte economische positie terecht. De markt waar alles te koop is wordt ook in de Europese Unie tot hoogste goed verheven. Ook het discriminatieverbod, hoe belangrijk op zichzelf dan ook, is slechts een instrument om niet gediscrimineerd te worden binnen de grenzen van het bestaande politiek-economische kader van de Europese Unie.
Gisela Duetting
(Werkgroep Naar een feministisch Europa)
last updated: